Als de bovenkaak een afwijkende stand heeft, wordt een botsnede boven de wortels van tanden en kiezen gemaakt. Daarna wordt de bovenkaak verplaatst.De meest voorkomende verplaatsingen zijn: naar boven en naar voren. De bovenkaak wordt daarna meestal met vier plaatjes en schroefjes weer vastgemaakt. De schroefjes en plaatjes zijn van titanium en kunnen in principe in de kaak blijven zitten. De meeste patiënten krijgen elastieken tussen de boven- en onderkaak.
Mogelijk hebt u na de operatie tijdelijk een verdoofd gevoel in uw bovenlip en neusvleugels. Dit duurt meestal enkele weken.De botsnede loopt door de kaakholte, waarbij ook de slijmvliezen van de kaakholte worden geopend. Daarom kan er in de eerste weken nog wat bloed uit de neus komen. U mag daarom de eerste 2 weken uw neus niet snuiten of druk zetten als bij ballonnen opblazen. Het is beter om de neus 'op te halen'. U mag wel spoelen met zout water of neusdruppels/spray gebruiken. Ook deze operatie veroorzaakt zwelling in uw gezicht die meestal na 72 uur minder wordt. Na twee weken is de zwelling bijna altijd niet meer te zien. Pas na 6 maanden is de laatste zwelling ook verdwenen.